Oostelbeers en haar kerkengeschiedenis en andere ziens/wetenswaardigheden.
In het kader van de zomerschool van Beers Vitaal verzorgde heemkundekring Den Beerschen Aard een lezingenochtend in “De Kerk”. Eerst was er een inleiding door Cees van der Heijden (secretaris a.i.) waarin hij geïnteresseerden opriep om lid te worden van de Heemkundekring (kosten € 25,-/jaar). De inhoudelijke presentaties werden achtereenvolgens gedaan door Jan van Gerven over de Oostelbeerse kerken en door zijn broer Peter over andere ziens- en wetenswaardigheden in Oostelbeers. De afsluiting gebeurde weer door Cees waarin hij ons eraan herinnerde dat de gemeente Oirschot in 2025 de BNG-erfgoedprijs voor immaterieel erfgoed (de gilde, de Mariaverering, …) heeft gekregen, als ook de publieksprijs. Dat betekent dat in 2026 de organisatie van die erfgoedprijs in Oirschot en dus ook in De Beerzen zal plaatsvinden. Het waren interessante leerzame lezingen, ook dankzij de anekdotes en grappige kwinkslagen van de gebroeders van Gerven in hun presentaties. Hopelijk worden deze laatste op een of andere manier beschikbaar gesteld voor geïnteresseerde afwezigen.
De achtereenvolgende kerken in Oostelbeers
De eerste benoeming van een pastoor voor Oostelbeers door de Abdij van Tongerlo dateert uit 1207. Toen werd er een klein houten kerkje gebouwd op de plaats waar nu de Oude Toren staat. Tussen 1300 en 1350 werd daar een toren bijgebouwd. Vanwege de toename van kerkgangers werd rond 1545 de kerk uitgebreid en kwam er een schansmuur omheen. Dit was met name om een schuilplaats te bieden aan de bewoners en hun vee in verband met de rooftochten van krijgsheer Maarten van Rossum tussen Gelderland en Antwerpen. Vanachter die verschansing zouden zij met hem hebben kunnen onderhandelen over het behoud van hun haven en goed tegen bepaalde betalingen.
Bij de Vrede van Munster in 1648 kregen de protestanten het voor het zeggen en werd het katholieke geloof verboden. Na enkele jaren werd dat echter weer (oogluikend) toegestaan, als het maar gebeurde in gebouwen die er niet uit zagen als een kerk. Dit werden dus de zogenaamde “schuurkerken”. Die van Oostelbeers zou hebben gestaan op de kruising “Kerkstraat/Driehoek”. Een infobord op die plek verwijst daarnaar. Deze kerk is na verloop van tijd ook vernieuwd en uitgebreid vanwege het aantal parochianen en heeft dienstgedaan tot 1853.
Na de Franse overheersing in de 18de eeuw kwam er weer vrijheid van godsdienst. Door de verdere toename van gelovigen bouwde de parochie een nieuwe kerk (waar de huidige Mariakapel is). Dit is een “Waterstaatskerk” omdat hij grotendeels gefinancierd werd door het toenmalige ministerie van Waterstaat. De rest werd opgebracht door andere weldoeners. Deze kerk werd ook weer te klein en werd vervangen door de huidige kerk. De oude kerk diende nog even als parochiehuis en als bibliotheek, maar werd in 1967 afgebroken. De toren bleef echter staan vanwege haar klokken en uurwerk, in die tijd nog belangrijk waren om te weten hoe laat het was. Door de sloop van het kerkschip kon het kerkhof worden uitgebreid met een kerkhofkapel waar de achtereenvolgende pastoors werden bijgezet, alsook een aparte plek voor de bemanning van een neergestort oorlogsvliegtuig, evenals een speciale plek voor overleden kinderen.
De huidige kerk werd gebouwd in de jaren 1933/34 met een hypotheek van het bisdom en steun vanuit een “Antonius Fonds”, met als voorwaarde van deze laatste, dat de kerk ook de naam Antonius zou krijgen en dat er elke maand een dienst zou worden gehouden ter ere van haar weldoeners. De kerk heeft dienstgedaan tot 2015. Het meubilair van de kerk is zoveel mogelijk
verwerkt in het meubilair van haar huidige functie als dorpshuis. De laatste jaren worden er weer uitvaartdiensten, in verschillende vormen, in “De Kerk” georganiseerd.
In een laatste gedeelte van zijn presentatie vertelde Jan uitgebreid over de prachtige kerkschilderingen, glas-in-lood ramen, en tegelschilderingen van deze laatste kerk gemaakt door kunstenaar Charles Eyck, en over de relatie van deze wat eigenzinnige man met de pastoor en het bisdom.
Andere beziens- en wetenswaardigheden in Oostelbeers
Peter van Gerven liet ons vervolgens kennismaken met een rijke schakering aan andere historische plekken in Oostelbeers:
– De Muystermolen aan de Kleine Beerze aan het einde van de Watermolenweg, deze maalde al graan in 1340 met name in de wintermaanden als het hoge water uit natte gebieden als het Molenbroek geloosd werd;
– Het Kruis aan de Rotten, ter herinnering aan de moord op een 24-jarige vrouw (dienstmeid) die jammer genoeg nooit is opgelost;
– De kunstwerken van beeldhouwer Jo Gijsen op verschillende plekken in Oostelbeers;
– De beide lagere scholen en hun geschiedenis
– Het Heilig Hart monument
– De Pastorie
– De Mariakapel (in de toren tegenover “De Kerk”)
– Het jeugdwerkkamp op Baest, aan het einde van de Kattenbergseweg bij het kanaal;
– En de opvolger daarvan het Vormings- en Ontspanningscentrum “de Witte Bergen” 1938 tot 1954;
– Landgoed Baest;
– Voormalig Roomboterfabriek “De Vooruitgang” 1910 – 1917 daarna gefuseerd met melkfabriek Middelbeers;
– Schijnvliegveld aan de Langereijt, waar bommenwerpers van de geallieerden misleid werden door de Duitsers om daar hun bommen te gooien in plaats van op het echte vliegveld bij Eindhoven.
30 juli 2025 opgetekend door Frans van Piet van Frans van Hoof, een van de aanwezigen.